
Schaltwick
In de Visitatieboeken van 1488 lezen we: “Schaltwick is eyn h0ffl10I’iCl’1 guet horende inden hoff van Hengell (!); ind besit nu Pyeck Scholdewick die daiir horich ind ledich nae is”.
En ook nog: “Item Pyeck heft eyn husfrou geheiten Mechteld, eyn dochter van Sickynck, horich mynen Gened(igen) H(eren)”.
En verder: “Item hyr sitt eyn bouman op Scholtwyck inde Warmeldynck ind heyt Egbert Sboelen
Erfpachtgoed
Karel, hertog van Gelre, ontslaat de aan Derick Schoeltwick toebehorende goederen van de horigheid. Schoolwijk wordt nu een erfpachtgoed. Voor die erfpacht moet het volgende gepresteerd worden: “…. een dienstpeerd1 , ind jaerlix een molder2 roggen, een molder spylkoerns, 1 molder haver, oeck een voer3 hoys, een vercken, een paer hoenre”.
1 ”dienstpeerd”: Men moest sommige diensten uitvoeren met een paard
2 ”molder”: Inhoudsmaat, speciaal voor graan. 1 molder = 1/22 last, ook gezien 1/18 last en 2 mud en 1/4 mud. Ook was er een kleine Gelderse molder = ca. 125 liter en een grote Gelderse molder van ca. 137 liter. (last: Inhoudsmaat voor graan, 1 last = ca. 3010 liter. Na 1820 is 3000 liter. aangehouden inhoudsmaat.)
3 ”voer”: een wagenlading.
1545
‘Scholtwick’ versus ‘Scheldewick’
“Scholtwick horich inden hoff to Hengell”, maar iets verderop: “Scheldewick horich inden hoff to Baick”. Wat moeten we nu geloven?
In de 16e, 17e en 18e eeuw wisselt het bezit vaak, en dikwijls in gedeeltes. Ondoenlijk dat in het kort te beschrijven. Enkele bezitters waren: Henrick Setter, Welmer Schoelwick, Christoffel Gronefelt, Johan de Roede, Georgh Henrick Cranepoell, Wilhelm Allercamp, Herbert van Someren, Jacobus Wijnoldi, Reinira Anna ten Broek, Susanna Helena de Nore, weduwe van de heer van Honstede, heer van Rysum.
